Samenvatting
Doel
Bepalen van de prevalentie van vitamine D-deficiëntie bij zwangere vrouwen en hun pasgeborenen.
Opzet
Beschrijvend.
Methode
In de loop van een jaar (april 2004-april 2005) werd in de regio Amersfoort bij 545 zwangere vrouwen van Nederlandse/Europese (autochtone) afkomst en bij 131 van niet-Europese (niet-westerse allochtone; vooral Turkse of Marokkaanse) afkomst in de 10e en/of de 30e zwangerschapsweek calcidiol (25-hydroxyvitamine D3) en calcium in serum bepaald. Tevens werd bij 442 en 81 pasgeborenen van respectievelijk autochtone en niet-westerse allochtone afkomst de concentratie vitamine D en calcium in navelstrengbloed bepaald.
Resultaten
Bij 55 van de niet-westerse allochtone zwangeren werd een ernstige deficiëntie (< 20 nmol/l voor volwassenen) gevonden, ten opzichte van 5 van de autochtone zwangeren. Bij de niet-westerse allochtone pasgeborenen had 54 een ernstig vitamine D-gebrek (< 13 nmol/l voor pasgeborenen) en bij de autochtone groep pasgeborenen 6. Vitamine D-concentraties bij de moeder rond de bevalling en bij haar pasgeborene waren sterk gecorreleerd (R = 0,84). De calciumconcentraties waren bij de zwangere vrouwen evenals bij de pasgeborenen niet significant verschillend tussen beide bevolkingsgroepen.
Conclusie
Ruim de helft van de zwangere vrouwen en hun pasgeborenen van niet-westerse allochtone afkomst had een ernstige vitamine D-deficiëntie. Screening op vitamine D-deficiëntie en adequate suppletie van deze risicogroep lijkt noodzakelijk. Oorzaken en gevolgen van vitamine D-deficiëntie in de zwangerschap worden besproken.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:495-9
Reacties