Samenvatting
Een 32-jarige man werd met ernstige kortademigheid en interstitiële longafwijkingen opgenomen op de afdeling Intensive Care en beademd. Aanvankelijk kon voor deze longafwijkingen en de waargenomen eosinofilie geen oorzaak worden gevonden. Na behandeling met prednisolon verbeterde het longbeeld. Bij serologisch onderzoek werd een seroconversie vastgesteld van antistoffen gericht tegen de spoelworm Toxocara, zodat de diagnose ‘larva migrans’ werd gesteld. De voorgeschiedenis vermeldde geen directe contacten met honden of katten. Wel had de man een grote hoeveelheid zwarte grond verplaatst, die afkomstig was van een terrein waar veel honden werden uitgelaten.
Bij longafwijkingen gepaard gaande met eosinofilie in broncho-alveolaire lavagevloeistof en (of) perifeer bloed dient de mogelijkheid van larva migrans door infectie met Toxocara te worden overwogen.
Reacties