Samenvatting
Doel
Onderzoeken hoe bruikbaar een klinisch beslismodel is voor het voorspellen van het risico op ernstige bacteriële infecties (EBI’s) bij kinderen met koorts op de SEH, en wat het effect is van toepassing van dit beslismodel op de dagelijkse praktijk.
Opzet
Gerandomiseerde gecontroleerde studie.
Methode
We includeerden 439 kinderen met koorts in de leeftijd van 1 maand-15 jaar op de SEH van het Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis in de periode 2010-2012. De kinderen werden willekeurig toegewezen aan de interventie- (beslismodel; n = 219) of controlegroep (routinezorg; n = 220). Het beslismodel omvat klinische kenmerken en een CRP-bepaling, en genereert een risicoschatting voor de diagnoses ‘pneumonie’ en ‘overige EBI’s’. Bij hoog-risicokinderen initieerden verpleegkundigen aanvullend onderzoek op advies van het beslismodel. De primaire uitkomstmaat was het aantal correcte EBI-diagnoses. Secundaire uitkomstmaten omvatten verblijfsduur op de SEH, diagnostiek, behandeling, follow-up en medische kosten (Nederlands Trial Register: NTR2381).
Resultaten
Het beslismodel discrimineerde goed tussen pneumonie (n = 33; ‘area under the receiver operating characteristic curve’ (AUC): 0,83; 95%-BI: 0,75-0,90) en overige EBI’s (n = 22; AUC: 0,81; 95%-BI: 0,72-0,90). 86% van de adviezen werden nagekomen. Er was geen verschil in het aantal correcte EBI-diagnoses tussen beide groepen. Toepassing van het beslismodel resulteerde in een afname van het aantal bloedbeeldaanvragen (14 vs. 22%; p < 0,05) en meer urine-‘dipstick’-testen (71 vs. 61%; p < 0,05).
Conclusie
Het gebruik van een klinisch beslismodel op een universitaire kindergeneeskundige SEH heeft geen invloed op het stellen van de correcte EBI-diagnose, maar leidt wel tot een meer gestandaardiseerde benadering van het kind met koorts.
Reacties