Samenvatting
- De prevalentie van individuele erfelijke stofwisselingsziekten is laag, maar als groep zijn deze ziekten belangrijk.
- Zwangerschap(swens) bij patiënten met erfelijke stofwisselingsziekten komt steeds vaker voor na een succesvolle behandeling tijdens de kinderleeftijd.
- Erfelijke stofwisselingsziekten van de vrouw, zoals hyperhomocysteïnemie of ureumcyclusdefecten, kunnen zich tijdens of direct na de zwangerschap voor het eerst manifesteren met bijvoorbeeld respectievelijk trombose of coma.
- Andere erfelijke stofwisselingsziekten van de vrouw, zoals glycogeenstapelingsziekte type I en III, kunnen tijdens de zwangerschap verergeren door een toename van respectievelijk nierfunctiestoornissen of cardiomyopathie.
- Erfelijke stofwisselingsziekten van de zwangere, zoals onvoldoende behandelde hyperhomocysteïnemie of fenylketonurie, kunnen een gezonde foetus beschadigen.
- Erfelijke stofwisselingsziekten van de foetus, zoals lysosomale stapelingsziekten, kunnen de foetus zelf beschadigen, waarbij bijvoorbeeld cardiomyopathie, hydrops foetalis en overlijden kunnen voorkomen.
- Daarnaast kunnen erfelijke defecten in de oxidatie van lange-ketenvetzuren van de foetus ook de stofwisseling van de gezonde moeder ernstig ontregelen, resulterend in acute leververvetting en hemolyse.
Reacties