Onafhankelijk, multidisciplinair en betrouwbaar

Eosinofiele otitis media

Klinische praktijk
Monique A.M. de Jong
L.O.M.J. (Otto) Smithuis
Robert J. Stokroos
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:A8044
Abstract
Abstract
Sluiten
Eosinophilic otitis media

Background

Eosinophilic otitis media (EOM) is a rare middle ear disease that may closely resemble therapy-resistant otitis media with effusion (OME). The diagnosis is made if eosinophil-rich fluid is present with two or more of the following minor criteria: (a) history of nasal polyps or, (b) bronchial asthma, with (c) viscous fluid in the middle-ear, or (d) conventional otitis media treatment has no effect.

Case description

A 70-year-old male with a history of the ASA triad (bronchial asthma, nasal/ethmoidal polyposis and aspirin intolerance) presented with progressive mixed hearing loss. Otoscopy showed bilateral otitis media with effusion (OME). Conventional treatment of this had no effect. Myringotomy resulted in the evacuation of highly viscous middle-ear effusion containing abundant eosinophils. After treatment with oral corticosteroids his symptoms improved considerably. Following later optimisation of his asthma treatment, corticosteroid treatment was stopped and his hearing remained stable.

Conclusion

The adequate recognition and treatment of EOM will result in the prevention of permanent hearing loss.

Conflict of interest: none declared. Financial support: none declared.

Samenvatting

Achtergrond

Eosinofiele otitis media (EOM) is een relatief zeldzame middenooraandoening die sterk kan lijken op therapieresistente otitis media met effusie (OME). De diagnose wordt gesteld als eosinofielrijke middenoorvloeistof aanwezig is samen met 2 of meer van de volgende minorcriteria: een voorgeschiedenis met (a) neuspoliepen of (b) bronchiaal astma, daarnaast (c) viskeuze middenoorvloeistof of (d) geen effect van de conventionele behandeling van otitis media.

Casus

Een 70-jarige man had progressief gehoorverlies. De voorgeschiedenis vermeldde de ASA-trias bestaande uit bronchiaal astma, nasale of ethmoïdale polypose en aspirine-intolerantie. Bij otoscopie werd beiderzijds OME gezien. Conventionele behandeling hiervan had geen effect. Bij myringotomie werd een viskeus middenoorexsudaat met een hoog gehalte aan eosinofiele granulocyten aangetroffen. Na behandeling met orale prednisolon verminderden de klachten van patiënt aanzienlijk. Later, toen zijn astma beter onder controle was, was de prednisolonbehandeling niet meer nodig en bleef het gehoor stabiel.

Conclusie

Het adequaat herkennen en behandelen van patiënten met EOM zal resulteren in het voorkomen van permanente gehoorschade.

Artikelinformatie
Aanvaard op

Citeer dit artikel als

Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:A8044
Vakgebied
Huisartsgeneeskunde
KNO
Auteursinformatie

Maastricht Universitair Medisch Centrum, afd. Keel-, Neus- en Oorheelkunde, Maastricht.

Drs. M.A.M. de Jong, basisarts (thans arts-onderzoeker, afd. KNO, LUMC, Leiden); dr. L.O.M.J. Smithuis, klinisch chemicus en apotheker; prof.dr. R.J. Stokroos, kno-arts.

Contact drs. M.A.M. de Jong (m.a.m.de_jong@lumc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Monique A.M. de Jong ICMJE-formulier
L.O.M.J. (Otto) Smithuis ICMJE-formulier
Robert J. Stokroos ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties