Samenvatting
Nadat de sterfte wegens acuut hartinfarct in 1972 haar hoogtepunt had bereikt, ontstond een daling die thans, rekening houdend met toename en veroudering van de bevolking, reeds 33 bedraagt. In 1987 werden echter nog 19.168 sterfgevallen geregistreerd. Toen na de Tweede Wereldoorlog de sterfte toenam, bleken, ook relatief, steeds meer jongeren slachtoffer te worden. Op dit ogenblik is echter over het geheel genomen de daling van de sterfte het grootst bij de lagere-leeftijdsgroepen. Onder de klinisch behandelde patiënten daalt de sterfte regelmatig.
De opnamefrequentie van de bevolking uit de forensengemeenten en van het platteland is relatief laag, en uit de middelgrote gemeenten met een stedelijk karakter relatief hoog.
Reacties