Samenvatting
Doel
Beschrijven van de ontwikkeling van de endoscopische bijnierchirurgie en de invoering daarvan in het Academisch Ziekenhuis Groningen (AZG) en in Nederland.
Opzet
Overzicht literatuur; beschrijving van eigen resultaten en van een landelijke enquête.
Methoden
In Medline werd gezocht over de periode 1992-2001 met als zoektermen ‘laparoscopic’, ‘endoscopic’ en ‘adrenalectomy’. In het AZG ondergingen 39 patiënten in de periode januari 1998-juli 2001 een bijnieroperatie. Een schriftelijke enquête over bijnierchirurgie werd verzonden aan alle 41 Nederlandse ziekenhuizen met een opleiding voor heelkunde.
Resultaten
Er werden 37 literatuurverwijzingen gevonden, veelal eigen prospectieve onderzoeken tot maximaal 130 patiënten, soms in retrospectieve vergelijking met conventionele open chirurgie. Er waren geen gerandomiseerde studies. In de patiëntengroep van het AZG werden 32 van de 39 bijnieren endoscopisch verwijderd (82). Er waren 3 (8) primair open procedures vanwege tumorgrootte (gemiddelde diameter: 13 cm) en 4 (11) conversies (gemiddelde diameter: 6 cm). Na 32 procedures was er nog immer sprake van een dalende trend in de operatieduur. Op de enquête was de respons 88 (36/41). In 9 van de ziekenhuizen wordt geen bijnierchirurgie verricht en bij de overige wordt dit in tweederde gedaan volgens een minimaal invasieve procedure, overwegend volgens de retroperitoneale methode (63). In de academische ziekenhuizen werden meer operaties verricht (gemiddeld 11,6 per jaar) dan in de niet-academische (2,9 per jaar). Er waren nog weinig concrete afspraken over concentratie van deze technisch veeleisende en zeldzame procedure.
Conclusie
In 10 jaar tijd is de endoscopische adrenalectomie uitgegroeid tot de nieuwe standaard voor de chirurgie van benigne bijniertumoren met een diameter < 10 cm. Alhoewel de procedure een duidelijke leercurve kent, zijn er in Nederland nog weinig concrete afspraken voor concentratie van deze zeldzame en technisch lastige ingreep.
Reacties