Ten tijde van de totstandkoming van de Embryowet, aan het begin van deze eeuw, vond de toenmalige regering de stap van wetenschappelijk onderzoek met zogenoemde restembryo’s – dit zijn embryo’s die na ivf overblijven – naar onderzoek waarvoor embryo’s speciaal tot stand moeten worden gebracht nog te groot. Ook vond zij het maatschappelijk draagvlak daarvoor te smal.1 Nu, zo’n 15 jaar later, is het tij schijnbaar gekeerd. De minister van VWS liet mede naar aanleiding van een – in haar opdracht uitgevoerd – onderzoek weten dat zij van plan is om via een Koninklijk Besluit het tot stand brengen van embryo’s voor wetenschappelijk onderzoek toe te staan.2,3 Dat was trouwens eerder al de boodschap in de rapporten van 2 opeenvolgende wetsevaluaties.4,5 Kritische reacties op de voorgenomen wetswijziging lieten echter niet lang op zich wachten.6
In deze bijdrage geven we aan waar de voorgenomen verruiming van de…
Reacties