Samenvatting
Doel
Vaststellen van neonatale respiratoire morbiditeit na aterme electieve sectio caesarea en van prognostische factoren.
Opzet
Retrospectief.
Plaats
Academisch Ziekenhuis Utrecht (AZU) en Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ), Utrecht.
Methode
Over de periode 1990-1995 werden alle gevallen van electieve sectio caesarea in het AZU bestudeerd en van alle neonati die vanuit de regio na electieve sectio naar het WKZ werden verwezen wegens respiratoire insufficiëntie. Onder electieve sectio werd verstaan een sectio na de 37e week van de zwangerschap zonder dat er complicerende factoren waren die de timing van de ingreep konden beïnvloeden. Met multipele logistische regressieanalyse werd nagegaan of er prognostische factoren voor neonatale morbiditeit waren.
Resultaten
In 1990-1995 werden 272 electieve sectio's verricht na de 37e zwangerschapsweek die aan de inclusiecriteria voldeden. Van de neonati werd 5,1 op de couveuseafdeling opgenomen wegens respiratoire problemen. Het relatieve risico voor respiratoire morbiditeit bij een sectio bij een zwangerschapsduur van 39-42 weken in vergelijking tot dat bij een sectio bij een duur van 37-38 weken was 0,14 (95-betrouwbaarheidsinterval: 0,03-0,64; p < 0,001). Mannelijk geslacht was een cofactor. In het WKZ werden 9 neonati opgenomen; bij 8 (90) was de zwangerschapsduur < 39 weken.
Conclusie
De meeste neonatale respiratoire morbiditeit had kunnen worden voorkomen door de aterme electieve sectio uit te stellen tot na een zekere zwangerschapsduur van tenminste 38 volledige weken.
Reacties