Samenvatting
Tussen september 1980 en december 1984 ondergingen 951 patiënten een percutane transluminale coronairangioplastiek (PTCA); bij 80 van hen werd een totale of functionele afsluiting van het te dilateren vat gevonden. Bij 54 patiënten was de afsluiting ontstaan tussen de diagnostische catheterisatie en de angioplastiek zonder dat dit geleid had tot een infarct.
PTCA na perforatie van een totale of functionele afsluiting had succes bij 46 van de 80 patiënten (58), meer bepaald bij 22 van de 29 patiënten met functionele afsluiting (76) en bij 24 van de 51 patiënten met totale afsluiting (45). Behalve de aar van de afsluiting heeft ook de duur ervan invloed op het resultaat van PTCA. Van de 46 patiënten bij wie PTCA lukte, kregen er 15 gedurende het na-onderzoek (3-48 maanden) opnieuw klachten. Van hen werden 8 medicamenteus behandeld en 3 alsnog geopereerd. Vier patiënten ondergingen een tweede maal PTCA. Bij 32 van de 46 patiënten werd na PTCA controle-angiografie verricht, waarbij bleek dat bij 9 patiënten opnieuw een volledige afsluiting was ontstaan.
Reacties