artikel
Op 6 mei overleed totaal onverwacht Egbert-Jan Zweers rustig in zijn slaap. Hij was op dat moment op congres in Florence en logeerde bij zijn dochter Nienke. Hij was 53 jaar.
Egbert-Jan heeft na zijn opleiding tot internist-endocrinoloog in Utrecht vanaf 1993 in Ziekenhuis Bronovo te Den Haag gewerkt als opvolger van Bud Haak. Egbert-Jan was een begenadigd internist, een betrokken collega en vanaf het begin zeer betrokken bij de organisatie van de gezondheidszorg binnen het ziekenhuis.
In de jaren 90 maakte de vakgroep inwendige geneeskunde grote veranderingen door, niet alleen medisch-inhoudelijk, maar ook in de samenstelling en organisatie van de vakgroep met name door de komst van de stafmaatschap. Hierin speelde Egbert-Jan een prominente rol. Enerzijds droeg hij uit dat een maatschap een bedrijf is dat professioneel geleid diende te worden en waarvoor ieder verantwoordelijk is, anderzijds was hij ervan overtuigd dat een relatief kleine vakgroep alleen goed kan functioneren als ieder zich optimaal kan ontplooien, met waardering voor elkaars goede eigenschappen en respect voor de minder goed ontwikkelende. Dit lukt alleen als je oprechte zorg voor elkaar hebt. En dat had Egbert-Jan bij uitstek. Hij kwam regelmatig ‘buurten’ om te informeren hoe het met je ging of je mening te vragen over een aantal lopende zaken in het ziekenhuis. Vaak vertelde hij dan liefdevol en trots over de maatschappelijke carrière van zijn vrouw Tanja en de prestaties van hun kinderen Nienke en Bart. Het was deze persoonlijke aandacht die zijn patiënten maar ook de medewerkers in het ziekenhuis zo waardeerden.
Egbert-Jan was een gewaardeerd lid van het opleidingsteam. Hij leerde de arts-assistenten kritisch te denken en schonk daarbij veel aandacht aan het belang van de maatschappelijke verantwoordelijkheid van artsen voor het doelmatig gebruik van de financiële middelen in de gezondheidszorg.
Ook binnen de medische staf en de ziekenhuisorganisatie waren zijn bijdragen en deskundigheid op financieel en organisatorisch gebied van groot belang. Hij was een aantal jaren stafvoorzitter. In het begin leidde zijn gedrevenheid nog al eens tot een ‘zwart-wit’-opstelling en tot gepeperde uitspraken, maar juist tijdens zijn periode als stafvoorzitter werd hij rustiger en werd zijn opstelling genuanceerder, waardoor hij een aantal zeer lastige dossiers op een uitstekende wijze wist af te ronden. Het was dan ook niet meer dan vanzelfsprekend dat hij, nadat hij een aantal jaren als medisch manager zeer goed werk had gedaan, recent opnieuw als voorzitter van de stafmaatschap werd gevraagd. Helaas heeft hij niet aan deze opdracht kunnen beginnen.
In de afgelopen maanden hebben we ervaren welke grote leegte hij achterliet. Niet alleen missen wij – collegae internisten, de directe medewerkers en zijn patiënten – zijn warme persoonlijkheid, maar ook zijn medisch-inhoudelijke bijdrage in de dagelijkse patiëntenzorg en zijn inzet voor de ziekenhuisorganisatie. Maar dit gevoel van gemis staat in geen verhouding tot het intense verdriet dat zijn plotselinge overlijden bij zijn gezin, familie en vrienden heeft teweeggebracht. De enorme belangstelling bij de herdenkingsbijeenkomst en de ontroerende en intieme woorden van Tanja, zijn familie en vrienden waren indrukwekkend. Wij wensen Tanja, Nienke en Bart veel sterkte en troost toe.
Reacties