Samenvatting
Het bloedtransfusiebeleid in een algemeen ziekenhuis werd beoordeeld voor 22 soorten regelmatig voorkomende electieve operaties. De volgende gegevens werden hierbij gebruikt: de ‘crossmatchedtransfused’(CT)-ratio om te meten of er te vaak bloed besteld werd, het ‘blood ordering quotient’ (BOQ) om aan te geven of de juiste hoeveelheid bloed besteld werd, en de transfusiekans om vast te stellen of het risico van de behandeling het gereed houden van bloed rechtvaardigt. Aan de hand van de gegevens van 22 electieve operaties werd een bloedbestellijst opgesteld, waarbij de operaties waren ingedeeld in drie groepen: een groep met een transfusiekans > 30: type and screen en voorafgaande aan de operatie bloed kruisen; een groep met een transfusiekans < 30: type and screen en een groep met een transfusiekans van 0: geen type and screen (overige operaties). Voor de operaties in de eerste groep was het aantal gekruiste eenheden bloed in overeenstemming met het op grond van ervaring vastgestelde werkelijke gebruik. Als gevolg van het gebruik van de bloedbestellijst daalde het percentage patiënten bij wie voorafgaande aan de operatie gekruist werd, van 76,5 naar 29,8. Bovendien nam de CT-ratio af van 3,33 naar 1,45 bij een vrijwel gelijk blijvende transfusiekans (gemiddeld over 22 soorten operaties). Het aantal kruisproeven voor deze operaties verminderde hierdoor met 56. Het gebruik van de bloedbestellijst heeft geleid tot een besparing op de laboratoriumkosten van ongeveer ƒ 20.000,- per jaar.
Reacties