Samenvatting
Proefprojecten in binnen- en buitenland hebben aangetoond dat bij bevolkingsonderzoek naar borstkanker een vermindering van de sterfte aan borstkanker wordt bereikt. Tussen de projecten bestaan wel aanzienlijke verschillen in de omvang van deze vermindering.
De Zweedse screeningsprojecten in KopparbergOstergötland en in Malmö zijn goed met de toekomstige Nederlandse situatie te vergelijken. De betrouwbaarheidsmarges van de effectschattingen uit beide projecten zijn breed. Bij een kritische blik naar alle verschillen is het thans niet mogelijk om een uitspraak te doen in hoeverre beide studies tot een daadwerkelijk verschil in het te verwachten effect leiden.
Uitgaande van de veronderstelling dat in beide projecten de kwaliteit van het mammografisch onderzoek hetzelfde is, lijkt een reductie van de sterfte aan borstkanker van 33 voor vrouwen in de onderzoeksgroep van 50 tot en met 69 jaar in vergelijkbare projecten een goede schatting. Met deze aanname zal rond het jaar 2015 met het Nederlandse bevolkingsonderzoek uiteindelijk een reductie van de sterfte aan borstkanket van 16 kunnen worden bereikt in de totale populatie. In dat jaar zouden ongeveer 700 vrouwen minder aan borstkanker overlijden dan wanneer geen bevolkingsonderzoek zou worden verricht.
Reacties