Over antidepressiva is traditiegetrouw veel te doen. Bij elke wetenschappelijke publicatie volgt een vertrouwde mediaschermutseling. Voor- en tegenstanders vliegen elkaar in de haren, de gebruikelijke mensen wordt naar hun vaak al even gebruikelijke mening gevraagd en kort-door-de-bocht-conclusies worden vaak niet geschuwd. Ondertussen blijven patiënten in verwarring achter: wie moeten ze nu geloven?
Bij spraakmakende wetenschappelijke publicaties over het effect van antidepressiva vliegen de voor- en tegenstanders elkaar in de haren. Dat was al zo bij het verschijnen van de kritische antidepressivastudies van Kirsch en Fournier in 2008 en 2010,1,2 het verschijnen van het boek Dodelijke psychiatrie van Peter Gøtzsche in 2016,3 ons boek Even slikken in 2017,4 en het is niet anders bij de recente positieve meta-analyse van de effecten van antidepressiva door Cipriani in The Lancet , die elders in dit tijdschrift kort wordt besproken.5,6
Ondertussen blijven patiënten in verwarring achter: wie moeten ze nu geloven? Werken antidepressiva wel of niet, zijn de nadelen niet groter dan de voordelen, en waarom hebben experts zulke tegenovergestelde meningen? Logisch ook dat elke huisarts of psychiater vroeger of later deze terechte vragen krijgt. Gaat het om nauwelijks werkende en gevaarlijke antidepressiva,1-3 of is het finale bewijs dat antidepressiva werken…
Reacties