Extraskeletale effecten van bisfosfonaatgebruik trekken de aandacht. Bisfosfonaten zouden het risico op hartinfarct, kanker, verscheidene infectieziekten en overlijden verminderden. Kan dat een reden zijn om deze middelen voor nieuwe indicaties te gebruiken? En hoe sterk is het bewijs voor de extraskeletale effecten eigenlijk?
Samenvatting
Bisfosfonaten zijn effectieve, relatief veilige en goedkope medicijnen voor patiënten met botziekten, zoals osteoporose. Recent zijn meerdere gunstige extraskeletale effecten van bisfosfonaten beschreven, zoals reductie van het risico op myocardinfarct, kanker en overlijden. De vraag die daarbij opkomt is of bisfosfonaten dan ook voor andere aandoeningen dan botziekten kunnen worden ingezet, of ter preventie van ziekte. De bewijskracht is op dit moment echter niet sterk en niet altijd consistent als het gaat om cardiovasculaire uitkomstmaten, overlijdensrisico, kankerincidentie en infecties. Dit komt mede doordat de verrichtte onderzoeken een relatief korte follow-upduur hadden; ook is sprake van verschillende soorten bias. Het voorschrijven van bisfosfonaten buiten de huidige indicaties is dus niet gerechtvaardigd zolang er geen gerandomiseerde onderzoeken zijn verricht die een positief effect aantonen voor specifieke ziekten of bij bepaalde risicogroepen, dan wel de algemene bevolking.
Reacties