Tot voor kort kon het vóórkomen van kanker in heel Nederland uitsluitend weergegeven worden in de vorm van sterftecijfers, gebaseerd op de doodsoorzakenregistratie van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De cijfers van het CBS verschaffen waardevolle informatie over het aantal fataal verlopende maligniteiten, maar kunnen door hun sterke relatie met de resultaten van de kankerbehandeling geen volledig beeld geven van het vóórkomen van kanker in de Nederlandse bevolking. Om deze reden is reeds in 1953 Op initiatief van de overheid en het Koningin Wilhelmina Fonds (KWF) getracht een nationale kankerregistratie op te zetten. Aangezien deze registratie na een aantal jaren niet voldoende compleet bleek en onvoldoende voor onderzoek werd benut, is in de jaren zeventig de financiering door het KWF beëindigd.1 Alleen de kankerregistratie van het Samenwerkingsorgaan Oncologie Ziekenhuizen, later onderdeel van het Integraal Kankercentrum Zuid (IKZSOOZ), in Zuidoost-Brabant en Noord-Limburg, is blijven bestaan. De schattingen van…
Eerste resultaten van de Nederlandse Kankerregistratie
- Since the early 1980s a new set-up for a nation-wide cancer registry in the Netherlands has been developed. Recently, the 1989 incidence rates were published in the first national report. A total of 55,500 invasive tumours were registered (29,500 in males and 26,000 in females). After correction for age according to the European standard population figures, the incidence rates for all malignancies were 443 per 100,000 males and 309 per 100,000 females (excluding basal cell carcinomas of skin). Over 70 of all patients were 60 years of age or older. The most common cancers were lung cancer in males and breast cancer in females, accounting for 24 and 31 of the total cancer incidence by sex, respectively. The incidence rates of lung cancer and other tobacco related cancers in males were relatively high, as compared to those in other Western European countries. The Netherlands Cancer Registry offers new opportunities for clinical and epidemiological research.
Reacties