Samenvatting
Doel
Het beschrijven van de eerste effecten van de grootschalige vaccinatiecampagne in juni-juli 2002 (1-5- en 15-18-jarigen) en september-november 2002 (6-14-jarigen) op het vóórkomen van groep-C-meningokokkenziekte in Nederland.
Opzet
Descriptief.
Methode
Op basis van de patiëntgegevens bij isolaten van Neisseria meningitidis die naar het Nederlands Referentielaboratorium voor Bacteriële Meningitis waren gestuurd gedurende de periode 1 januari 1999-31 januari 2003, werden de incidentie van meningokokkenziekte en de serogroepverdeling bepaald.
Resultaten
De hoogste maandelijkse incidentie van meningokokken-C-infecties deed zich voor in januari-april 2002 (2,2-3,1/100.000) en de incidentie bleef vervolgens vanaf september min of meer stabiel op een niveau van 0,1-0,4/100.000. De incidentie van meningokokken-C-ziekte was in augustus-oktober 2002 73 lager dan in augustus-oktober 2001. Voor de 0-, 1-5-, 6-14- en 15-18-jarigen en voor degenen die ouder waren dan 18 jaar, was de incidentie van meningokokken-C-ziekte in deze maanden respectievelijk 49, 80, 89, 89 en 42 lager dan in de overeenkomstige periode in 2001. Het percentage patiënten met serogroep-C-meningokokkenziekte varieerde in januari-augustus 2002 van 35 tot 49 en daalde tot 9-19 in september-december 2002. Ook in ongevaccineerde leeftijdsgroepen was er een daling.
Conclusie
De vaccinatiecampagne heeft vrijwel onmiddellijk geleid tot een sterke afname van het aantal patiënten met serogroep-C-meningokokkenziekte.
Reacties