artikel
Casus
Een 77-jarige vrouw werd opgenomen op de Intensive Care met een septische shock bij een geperforeerde diverticulitis. Als toevalsbevinding zagen wij op de CT-scan enkele hypodense configuraties in de tussenwervelruimten op het niveau Lii-Lv. Hierop stelde de radioloog de diagnose ‘vacuümfenomeen van de wervelkolom.’ Het vacuümfenomeen is vaak een teken van degeneratie van de gewrichten en patiënte hoefde hier niet voor behandeld te worden. Bij het vacuümfenomeen is er sprake van een met gas gevulde holte. Dit fenomeen ontstaat wanneer de ruimte tussen twee gewrichtsoppervlaktes toeneemt. Deze ruimte kan toenemen bij bepaalde bewegingen of degeneratie van de omliggende structuren. Hierdoor neemt de druk in het gewricht af waardoor gassen die opgelost zijn in de omringende structuren kunnen diffunderen en de holte opvullen. Stikstof is minder goed oplosbaar dan zuurstof, waardoor met name stikstof diffundeert. Tussenwervelschijven, glenohumerale gewrichten en knieën zijn voorkeurslocaties voor het ontstaan van het vacuümfenomeen. De prevalentie van het vacuümfenomeen in de tussenwervelschijven kan, afhankelijk van de houding van de patiënt tijdens het onderzoek en de gekozen beeldvormende techniek, oplopen tot 50% in de gezonde populatie ouder dan 60 jaar. Tot de differentiaaldiagnose van het vacuümfenomeen horen onder andere osteomyelitis, multipel myeloom en spinale metastasen. Wanneer de medisch specialist dit fenomeen niet kent en de radioloog het vacuümfenomeen niet in het radiologisch verslag benoemt, bestaat de kans dat patiënten over- of onderbehandeld worden. Het is daarom van belang het vacuümfenomeen te herkennen en juist te interpreteren.
![](/uploads/styles/auto_1024/public/2021/d2/69/_f/d269_f1.jpg?itok=lr_SVqtz)
Diagnose
Vacuümfenomeen in tussenwervelschijven
Reacties