Casus
Wij werden in consult geroepen bij een 39-jarige vrouw die acuut hevige pijn en zwelling had van haar linker pols. Haar medische voorgeschiedenis vermeldde een antifosfolipidensyndroom, waarvoor zij acenocoumarol gebruikte. Bij navraag bleek dat zij was gaan zitten met haar handen in de broekzakken en daarbij beide polsen had overstrekt. Bij lichamelijk onderzoek zagen we een evidente zwelling aan de volaire zijde van de linker pols, en de vingers van de linker hand waren gebogen (figuur a). Er was beperkte sensibiliteit van digiti I-III. Zowel flexie als extensie van de pols was beperkt en pijnlijk. Pulsaties van de A…
Reacties