Samenvatting
Achtergrond
Obstetrisch plexus-brachialisletsel ontstaat tijdens de partus door excessieve laterale tractie aan het hoofd van de neonaat bij een schouderdystocie. Bij een klein deel van de patiënten treedt geen spontaan herstel op en kan door disbalans van de rotator cuff geleidelijk secundaire glenohumerale deformiteit ontstaan.
Casus
Een 34-jarige man van Syrische afkomst, met in de voorgeschiedenis een conservatief behandeld obstetrisch plexus-brachialisletsel aan de rechter zijde, bezocht de SEH vanwege acuut ontstane pijn in de rechter schouder. Aanvullende röntgendiagnostiek was suggestief voor een posterieure schouderluxatie, maar diverse repositiepogingen op de SEH waren zonder succes. Een aanvullend verrichte CT-scan van de schouders toonde een ernstig dysplastisch rechter glenohumeraal gewricht, met versterkte retroversie en een posterieure luxatie van het geëndoroteerde caput humeri. Na 3 weken relatieve rust middels een sling en pijnbestrijding met een NSAID was de pijn gezakt en had patiënt zijn dagelijkse activiteiten hervat.
Conclusie
Posterieure schouderluxaties kunnen optreden als complicatie van een obstetrisch plexus-brachialisletsel. Gesloten repositie is daarbij niet zinvol. Expertise uit een gespecialiseerd multidisciplinair team is onmisbaar om patiënten met obstetrisch plexus-brachialisletsel van het beste behandeladvies te voorzien.
Reacties