Een vergrote thymus bij ziekte van Graves

Klinische praktijk
Marijke P.A.M. Wouters
Bruce H.R. Wolffenbuttel
Thera P. Links
Harry J.M. Groen
René S.M.E. Wouters
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2018;162:D2905
Abstract
Download PDF

De ziekte van Graves uit zich meestal door klachten van thyreotoxicose en soms orbitopathie. Minder frequent voorkomende en minder bekende manifestaties zijn echter mogelijk. Wij beschrijven 2 patiëntes die naast hyperthyreoïdie ook een vergrote thymus hadden. Op verdenking van een thymoom werd bij de eerste patiënte een thymectomie uitgevoerd; pathologisch onderzoek van de thymus toonde thymushyperplasie. Wij voerden bij de tweede patiënte een expectatief beleid en zagen bij poliklinische controle 1 jaar later regressie van de vergrote thymus.

Samenvatting

Achtergrond

Thyreotoxicose en orbitopathie zijn de bekendste uitingen van de ziekte van Graves. Er bestaan ook zeldzamere en minder bekende verschijnselen, waaronder thymushyperplasie. Het herkennen hiervan is van belang om een mogelijk niet-noodzakelijke invasieve ingreep te voorkomen.

Casus

Bij 2 jonge vrouwen met longembolieën toonde CT-pulmonalisangiografie ook een vergrote thymus. Er bleek tevens sprake van een nog niet bekende thyreotoxicose op basis van de ziekte van Graves. Omdat een thymoom niet kon worden uitgesloten met pathologisch onderzoek van een thymusbiopt, werd bij de eerste patiënte een thymectomie uitgevoerd. Pathologisch onderzoek van de hele thymus toonde hyperplasie. Bij de tweede patiënte toonde aanvullende FDG-PET/CT diffuse hyperactiviteit ter hoogte van de diffuus vergrote thymus. Wij kozen bij haar voor een expectatief beleid. Een controle-FDG-PET/CT-scan toonde 1 jaar later een niet-afwijkende thymus.

Conclusie

Een vergrote thymus door thymushyperplasie is een minder bekende manifestatie van de ziekte van Graves. Als bij patiënten met de ziekte van Graves bijkomende afwijkingen ontstaan, is het belangrijk te bedenken of deze aan de ziekte gerelateerd zijn, alvorens een nieuwe aanvullende diagnose te stellen.

Kernpunten

Thymushyperplasie is een zeldzame en minder bekende manifestatie van de ziekte van Graves.

Bij een vergrote thymus bij een patiënt met de ziekte van Graves kan – als alarmsymptomen ontbreken – een expectatief beleid met beeldvormend onderzoek ter controle overwogen worden.

Als bij patiënten met de ziekte van Graves bijkomende afwijkingen ontstaan, is het belangrijk te bedenken of deze aan de ziekte gerelateerd zijn, alvorens een nieuwe aanvullende diagnose te stellen.

artikel

Inleiding

Ziektebeschrijvingen

Patiënt A, een 36-jarige vrouw, werd door de longarts gezien in verband met thoracale pijn en dyspneu. Tevens had zij klachten van gejaagdheid. Zij had geen spierklachten of B-symptomen.

Bij lichamelijk onderzoek viel een diffuus struma op. CT-pulmonalisangiografie liet longembolieën beiderzijds zien, waarvoor antistollingstherapie werd gestart. Ook was een glad begrensd proces in het mediastinum anterior zichtbaar (figuur 1). Laboratoriumonderzoek toonde thyreotoxicose (TSH: < 0,03 mU/l (referentiewaarde: 0,30-4,2); en vrij T4: > 100 pmol/l (12-24)), waarna de internist-endocrinoloog in medebehandeling werd gevraagd.

Figuur 1
 
Figuur 1 |  
Transversale opname van CT-pulmonalisangiografie bij patiënt A toont een glad begrensd proces in het mediastinum anterior.

De serumwaarde van TSH-receptorantistoffen was 31,9 IU/l (< 1,75), wat past bij de ziekte van Graves. Patiënte werd medicamenteus behandeld met thyreostatica. Pathologisch onderzoek van een CT-geleid thymusbiopt toonde thymusweefsel. Omdat er geen onderscheid mogelijk was tussen pre-existent thymusweefsel en een thymoom, verrichtte de thoraxchirurg een thymectomie; daarbij traden geen complicaties op. Pathologisch onderzoek van de thymus toonde thymushyperplasie met folliculaire hyperplasie, zoals die is beschreven bij de ziekte van Graves.

Patiënte herstelde goed van de operatie.

Patiënt B, een 23-jarige vrouw, werd via de SEH opgenomen op de afdeling Longziekten vanwege thoracale pijn en dyspneu. Ze was 5 maanden post partum en gebruikte een oraal anticonceptivum. Zij had geen spierklachten of B-symptomen.

Bij lichamelijk onderzoek werd een klein diffuus struma geconstateerd. Laboratoriumonderzoek toonde een TSH-waarde < 0,03 mU/l en een vrij-T4-waarde van 18,6 pmol/l. CT-pulmonalisangiografie toonde multipele longembolieën beiderzijds, waarvoor antistollingstherapie werd gestart. Ook was een glad begrensde massa in het mediastinum anterior zichtbaar. Een aanvullende FDG-PET/CT-scan liet diffuus verhoogde opname ter hoogte van een vergrote thymus zien; ook de schildklier toonde diffuus verhoogde opname (figuur 2a).

Figuur 2
 
Figuur 2 |  
Transversale (links) en frontale (rechts) opnamen van een FDG-PET/CT-scan bij patiënt B. (a) De scan bij eerste klinische presentatie laat diffuus verhoogde opname ter hoogte van de vergrote thymus zien. Ook de schildklier toont diffuus verhoogde opname. (b) Op een controlescan 1 jaar later is een niet-afwijkende thymus zichtbaar. De schildklier toont nog diffuus een verhoogde opname, maar deze is afgenomen ten opzichte van het jaar ervoor.

Bij poliklinische controle na enkele weken bleek dat patiënte duidelijke thyreotoxicose had ontwikkeld (TSH: < 0,03 mU/l; vrij T4: 30,2 pmol/l; en vrij T3: 21,0 pmol/l (4,4-6,7)), waarna de internist-endocrinoloog geconsulteerd werd. De serumwaarde van TSH-receptorantistoffen was verhoogd (26,3 IU/l), wat de diagnose ‘ziekte van Graves’ ondersteunde. Er werd gestart met thyreostatica. Ten aanzien van de vergrote thymus voerden wij een expectatief beleid.

Op een controle-FDG-PET/CT-scan 1 jaar later was een niet-afwijkende thymus zichtbaar; de schildklier toonde nog diffuus een verhoogde opname, maar deze was afgenomen ten opzichte van het jaar ervoor (figuur 2b). Na het staken van de thyreostatica na 1 jaar, was er sprake van aanhoudende euthyreoïdie. De serumwaarde van TSH-receptorantistoffen was gedaald tot 1,02 IU/l.

Beschouwing

We beschreven 2 patiëntes met thyreotoxicose en een vergrote thymus op basis van de ziekte van Graves. Bij patiënt A werd gezien de mogelijkheid van een thymoom een thymectomie verricht. Er bleek sprake van thymushyperplasie, zoals die kan worden gezien bij de ziekte van Graves.1 Een expectatief beleid met beeldvormend onderzoek ter controle had gezien het ontbreken van alarmsignalen overwogen kunnen worden, zoals wel werd gedaan bij patiënt B. De thymectomie had mogelijk vermeden kunnen worden.

Tromboseneiging en longembolieën

De ziekte van Graves is een auto-immuunziekte die zich meestal uit in een diffuus struma met hyperthyreoïdie (tabel 1), met kenmerkende symptomen zoals gejaagdheid en palpitaties. Hyperthyreoïdie gaat ook gepaard met een verhoogde tromboseneiging door een stijging van protrombogene factoren. Een cohortstudie toonde aan dat patiënten met hyperthyreoïdie een 2,31 maal verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van longembolieën, vergeleken met de algemene populatie.2

Onze patiëntes werden beiden gezien vanwege longembolieën. Bij patiënt A waren geen verdere risicofactoren voor een veneuze trombo-embolie aanwezig; patiënt B gebruikte een oraal anticonceptivum.

Tabel 1
Frequent en minder frequent voorkomende uitingen van de ziekte van Graves
Tabel 1 | Frequent en minder frequent voorkomende uitingen van de ziekte van Graves

Thymushyperplasie

De ziekte van Graves manifesteert zich soms ook op minder bekende manieren. Daarnaast is de aandoening gerelateerd aan andere auto-immuunziekten, hoewel minder frequent dan bij patiënten met de ziekte van Hashimoto (tabel 2).3 Zo is thymushyperplasie een zeldzame uiting van de ziekte van Graves die sinds 1914 bekend is.1 In 1987 zijn dergelijke patiënten in het NTvG beschreven.4

Tabel 2
Overzicht van auto-immuunziekten die gerelateerd zijn aan de ziekte van Graves
Tabel 2 | Overzicht van auto-immuunziekten die gerelateerd zijn aan de ziekte van Graves

Thymushyperplasie is niet bij andere vormen van hyperthyreoïdie beschreven en wordt vaak per toeval ontdekt.5 Het onderliggende pathogenetische mechanisme is niet helemaal duidelijk. Bij pathologisch onderzoek van thymusweefsel wordt medullaire lymfoïde hyperplasie gezien, naast corticale thymushyperplasie. Verondersteld wordt dat TSH-receptorantistoffen een rol spelen doordat ze kunnen binden aan de receptoren die op de thymocyten aanwezig zijn en deze kunnen aanzetten tot proliferatie. Daarnaast speelt de door hyperthyreoïdie geïnduceerde angiogenese mogelijk een rol. De medullaire lymfoïde hyperplasie wordt gerelateerd aan de thyreotoxische status.6-9

Behandeling van de ziekte van Graves leidt in de regel na 4-25 maanden tot een involutie van de hyperplasie van de thymus.7 Mogelijk is regressie van de vergrote thymus gerelateerd aan de afname van TSH-receptorantistoffen. Dit werd echter niet gezien na behandeling met jodium-131, waarbij de afname van de thymusgrootte gerelateerd was aan een daling van de vrij T3-waarde, terwijl de serumwaarde van TSH-receptorantistoffen juist toenam.10

Differentiaaldiagnose

In de differentiaaldiagnose van een vergrote thymus staat behalve thymushyperplasie ook een maligniteit, zoals een thymoom of lymfoom. Een maligniteit wordt frequenter gezien bij patiënten met de ziekte van Graves. Zo toonde een retrospectieve studie met 107 patiënten die een vergrote thymus en de ziekte van Graves hadden, bij 3 van hen een thymoom en bij 1 een lymfoblastair lymfoom.5

Myastenia gravis, al dan niet in combinatie met een thymoom, wordt ook vaker gezien bij patiënten met de ziekte van Graves. Bij beeldvormend onderzoek wordt bij thymushyperplasie in de regel een diffuus vergrote, glad begrensde thymus gezien. Een gelobuleerd aspect van de thymus, al dan niet met compressie op of invasie in omgevende structuren, daarentegen duidt op een maligniteit.7

Beleid

Omdat thymusvergroting bij patiënten met de ziekte van Graves weinig frequent voorkomt, bestaat er geen algemene richtlijn voor het beleid wat betreft aanvullende invasieve diagnostiek of een eventuele chirurgische resectie van de thymus. Een thymectomie betreft een invasieve interventie met potentieel serieuze complicaties, zoals letsel van de N. phrenicus of N. recurrens. Als klinische alarmsymptomen, zoals spierklachten die passen bij myasthenia gravis of B-symptomen, of alarmtekenen bij beeldvormend onderzoek ontbreken, is een expectatief beleid met beeldvormend onderzoek ter controle aan te bevelen.

Conclusie

Wij beschreven 2 patiëntes met een vergrote thymus op basis van hyperplasie, die goed kon worden verklaard door de ziekte van Graves. Een thymectomie die bij 1 van de patiëntes werd verricht, had mogelijk vermeden kunnen worden. Als bij patiënten met de ziekte van Graves bijkomende afwijkingen ontstaan, is het belangrijk te bedenken of deze aan de ziekte gerelateerd zijn, alvorens een nieuwe aanvullende diagnose te stellen.

Literatuur
  1. Halsted WS. Significance of the thymus gland in Graves’ disease. Bull Johns Hopkins Hosp. 1914;25:223-34.

  2. Lin HC, Yang LY, Kang JH. Increased risk of pulmonary embolism among patients with hyperthyroidism: a 5-year follow-up study. J Thromb Haemost. 2010;8:2176-81. doi:10.1111/j.1538-7836.2010.03993.xMedline

  3. Wiebolt J, Achterbergh R, den Boer A, et al. Clustering of additional autoimmunity behaves differently in Hashimoto’s patients compared with Graves’ patients. Eur J Endocrinol. 2011;164:789-94. doi:10.1530/EJE-10-1172Medline

  4. Botman CJ, Hillen HF, Sanders HW. Thymushyperplasie bij de ziekte van Graves. Ned Tijdschr Geneeskd. 1987;131:1002-4 Medline.

  5. Dalla Costa M, Mangano FA, Betterle C. Thymic hyperplasia in patients with Graves’ disease. J Endocrinol Invest. 2014;37:1175-9. doi:10.1007/s40618-014-0157-7. Medline

  6. Desforges-Bullet V, Petit-Aubert G, Collet-Gaudillat C, et al. [Thymic hyperplasia and Graves’ disease: a non-fortuitous association. Case report and review of literature] (Frans). Ann Endocrinol (Paris). 2011;72:304-9. doi:10.1016/j.ando.2011.05.002Medline

  7. Huang W, Molitch ME. Enlarged thymus in a patient with dyspnea and weight loss. JAMA. 2015;313:2174-5. doi:10.1001/jama.2015.2713Medline

  8. Wortsman J, McConnachie P, Baker JR Jr, Burman KD. Immunoglobulins that cause thymocyte proliferation from a patient with Graves’ disease and an enlarged thymus. Am J Med. 1988;85:117-21. doi:10.1016/0002-9343(88)90516-5Medline

  9. Popoveniuc G, Sharma M, Devdhar M, et al. Graves’ disease and thymic hyperplasia: the relationship of thymic volume to thyroid function. Thyroid. 2010;20:1015-8. doi:10.1089/thy.2009.0383Medline

  10. Jinguji M, Nakajo M, Nakajo M, Koriyama C, Yoshiura T. Thymic involution after radioiodine therapy for Graves disease: relationships with serum thyroid hormones and TRAb. J Endocr Soc. 2017;1:852-60 Medline.

Auteursinformatie

UMC Groningen, Groningen. Afd. Endocrinologie: M.P.A.M. Wouters, coassistent, prof.dr. B.H.R. Wolffenbuttel en prof.dr. T.P. Links, internisten-endocrinologen. Afd. Longziekten en Tuberculose: prof.dr. H.J.M. Groen, longarts. Scheper Ziekenhuis, afd. Endocrinologie, Emmen: drs. R.S.M.E. Wouters, internist-endocrinoloog/vasculair geneeskundige.

Contact R.S.M.E. Wouters (r.s.wouters@treant.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Marijke P.A.M. Wouters ICMJE-formulier
Bruce H.R. Wolffenbuttel ICMJE-formulier
Thera P. Links ICMJE-formulier
Harry J.M. Groen ICMJE-formulier
René S.M.E. Wouters ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties