Begrippen en ziektebeelden die in de kliniek gehanteerd worden, hebben voor velen een bepaalde onvergankelijke betekenis. Impliciet gaat men ervan uit dat datgene wat bijvoorbeeld anno 1991 met het begrip myocarditis aangeduid wordt, vergelijkbaar is met de inhoud van dezelfde term een eeuw eerder. Dit is echter niet altijd het geval. In de vorige eeuw werd het myocardinfarct door sommigen met de term (chronische) myocarditis aangeduid. Zo definieerde Friedreich in 1867 chronische myocarditis als volgt: ‘Die chronische myocarditis ist anatomisch durch die Bildung bindegewebiger Massen characterisirt’.1 Nu reserveren wij het begrip myocarditis voor ontstekingsprocessen in engere zin van de hartspier. De term myocarditis is dus eeuwenoud, de inhoud is door de tijd heen veranderd. Verbrugh spreekt in dezen van ‘begripsontwikkeling’.2
Terwijl een begrip als myocarditis volgens de pathologische anatomie gedefinieerd wordt, worden een aantal klassieke ziektebeelden veelal door middel van symptomen omschreven. Ook de omschrijving van ziektebeelden kan…
Reacties