Samenvatting
Doel
Het achterhalen van de oorzaak van een uitbraak van gastro-enteritis na een familiefeest.
Opzet
Retrospectief cohortonderzoek.
Methoden
Onder alle 109 feestgangers inventariseerde de Gewestelijke Gezondheidsdienst Midden-Limburg met een gestructureerde schriftelijke vragenlijst demografische gegevens, klinische verschijnselen en genuttigde voedselsoorten. Feces en voedselrestanten werden microbiologisch onderzocht. De ziektefrequenties en de frequenties van positieve feceskweken onder gebruikers en niet-gebruikers van specifieke voedselsoorten en de relatieve risico's (RR's) met 95-betrouwbaarheidsinterval (95-BI) werden berekend.
Resultaten
De ziektefrequentie bedroeg 35. Salmonella typhimurium faagtype 20 werd in Coburger ham aangetroffen en statistisch significant vaker in feces van zieken dan van niet-zieken (RR: 6,4; 95-BI: 2,5-16,1). Er werden 28 voedselsoorten geserveerd. Alleen het nuttigen van Coburger ham vertoonde een statistisch significante relatie met het hebben van een positieve feceskweek (RR: 4,1; 95-BI: 2,0-8,5). Alleen het nuttigen van Coburger ham en van beenham was statistisch significant gerelateerd aan ziek worden (RR: 2,4; 95-BI: 1,5-4,0 respectievelijk RR: 1,4; 95-BI: 1,1-1,9). Coburger ham en beenham werden op dezelfde wijze bereid van dezelfde partij rauw varkensvlees in hetzelfde pekelbad. Coburger ham werd korter gepekeld en gedroogd.
Conclusie
De oorzaak van de uitbraak was het consumeren van beenham en Coburger ham, besmet met S. typhimurium faagtype 20. Het ambachtelijk zouten, drogen en roken had onvoldoende antimicrobiologisch effect tegen reeds in het rauwe varkensvlees voorkomende S. typhimurium. In Nederland is nader onderzoek gewenst naar het antimicrobiologische effect van het ambachtelijke procédé en van de kwaliteitscontrole volgens de principes van ‘hazard analysis and critical control points’ in alle stappen van de productie van varkensvlees.
Reacties