Samenvatting
Bij een 79-jarige vrouw met een hinderlijk boller wordende buik vermeldde de voorgeschiedenis een mediane laparotomie en vele jaren later een hernia cicatricalis, waarvoor correctie middels een polypropyleenmat had plaatsgevonden. Aanvullend CT-onderzoek toonde een forse cysteuze afwijking met een diameter van 20 × 24 cm, die leek uit te gaan van de buikwand, zonder contact met de buikholte te onderhouden. Een operatieve exploratie volgde, waarbij bleek dat de cyste was gevuld met donkerbruin vocht en brijig weefsel, histologisch bloed en fibrine. De bodem van de cyste liep door in de mat. De cyste werd geëxcideerd tot aan de grens met de mat en tevens werd een buikwandcorrectie uitgevoerd. Histologisch onderzoek toonde behalve aspecifieke aanwijzingen voor een vreemdlichaamontsteking en een doorgemaakte bloeding geen bijzonderheden. De cyste werd geduid als een reuzenpseudocyste. Bij een dergelijke cyste is er waarschijnlijk een relatie met postoperatieve seroomvorming, waarover in het bijzonder bij gebruik van polypropyleenmatten frequent wordt gerapporteerd. Mogelijk speelt postoperatieve hematoomvorming eveneens een oorzakelijke rol. In de literatuur wordt tot op heden bij 11 patiënten een dergelijke cystevorming beschreven. In één studie wordt een prevalentie van 0,45 genoemd. Wellicht is er sprake van onderrapportage van deze complicatie.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:216-20
Reacties