Samenvatting
Een 58-jarige vrouw leed aan een 11 jaar bestaand ulcus rodens van het gelaat. De patiënte had al die tijd medische behandeling geweigerd op basis van een waanstoornis bij een persoonlijkheidsstoornis-niet-anderszins-omschreven. Zij werd opgenomen op grond van de Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ) vanwege ‘ernstige zelfverwaarlozing met gevaar voor overlijden’; tevens werd plaatsvervangende toestemming verkregen van haar zoon voor somatische behandeling op grond van de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO). Het ulcus bleek niet meer te behandelen.
Reacties