Casus
Een 18-jarige man werd via de huisarts verwezen naar de polikliniek Orthopedie met verminderde beweeglijkheid van de rechter arm, die vanaf de kinderleeftijd aanwezig was. De patiënt had geen pijnklachten, maar wel hinderlijk functieverlies bij sportuitoefening. Zijn broer had hetzelfde probleem aan beide armen. Bij lichamelijk onderzoek waren pro- en supinatie van de rechter onderarm volledig afwezig, met een neutrale stand van 5˚ pronatie (figuur a en b). Aan de linker arm was er bij actieve beweging 50˚ pronatie en 85˚ supinatie mogelijk. Conventioneel röntgenonderzoek toonde een benige verbinding proximaal tussen de radius en de ulna (figuur c), een…
Reacties