Samenvatting
Doel
Het grootschalig aanbieden van DNA-diagnostiek voor het fragiele-X-syndroom voor verstandelijk gehandicapten en het vaststellen van de prevalentie van het fragiele-X-syndroom in Nederland.
Opzet
Descriptief.
Plaats
Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt en Erasmus Universiteit Rotterdam, afdeling Klinische Genetica.
Methode
Sinds 1992 is onderzoek naar het fragiele-X-syndroom uitgevoerd in 5 instituten voor de zorg voor verstandelijk gehandicapten (1869 personen) en 16 scholen voor speciaal onderwijs (1483 kinderen) in Zuidwest-Nederland. Na schriftelijke toestemming van ouders/voogden kwamen mensen met een onbegrepen oorzaak van hun verstandelijke handicap in aanmerking voor een kort lichamelijk onderzoek en bloedafname voor DNA-onderzoek naar het fragiele-X-syndroom.
Resultaten
Van de 3352 personen kwamen 2189 (65) verstandelijk gehandicapten in aanmerking voor het DNA-onderzoek, omdat bij hen niet eerder een diagnose was gesteld, zij geen ‘cerebral palsy’ hadden of omdat zij niet eerder getest waren voor de genmutatie. Van de 2189 ouders/voogden gaven 1531 (70) toestemming voor het onderzoek. Naast 32 patiënten met een reeds eerder gestelde diagnose werden ook 11 nieuwe patiënten met het fragiele-X-syndroom (9 mannen en 2 vrouwen) gevonden. Het scoren van lichamelijke kenmerken verhoogde de effectiviteit van de voorselectie, met name voor mannen (sensitiviteit 0,91 en specificiteit 0,92).
De berekende prevalentie van het fragiele-X-syndroom in Nederland was 1:6045 voor mannen (95-betrouwbaarheidsinterval: 1:9981-1:3851). Uitgaande van het actuele aantal gediagnosticeerde fragiele-X-patiënten in Nederland, kan gesteld worden dat bij meer dan de helft van de patiënten nog geen diagnose was gesteld.
Conclusies
Het merendeel van de betrokken ouders/voogden gaf toestemming voor deelname van hun verstandelijk gehandicapte familielid aan het fragiele-X-programma. Het lichamelijk onderzoek maakte een goede voorselectie voor de DNA-test mogelijk. De berekende prevalentie van het fragiele-X-syndroom was lager dan voorheen werd aangenomen. Echter, de aandoening bleek veelal nog niet te zijn gediagnosticeerd.
Reacties