Samenvatting
Stamcellen als bronmateriaal voor het kweken van cellulaire transplantaten ten behoeve van herstel van disfunctionerende organen lijken een nieuwe uitdaging voor de medische wetenschap. Hoewel stamcellen ook in foetale en volwassen organen voorkomen, zijn het vooral de embryonale stamcellen uit het preïmplantatie-embryo die de potentie hebben zich gemakkelijk in vitro te vermenigvuldigen en de capaciteit bezitten tot differentiatie tot alle orgaanspecifieke cellen van het lichaam. Ideaal dus voor het ontwikkelen van nieuwe therapieën van celtransplantatie bij ziekten als parkinson, diabetes mellitus en hartfalen. Het gebruik van restembryo's na in-vitrofertilisatie (IVF) of van preïmplantatie-embryo's speciaal gecreëerd voor het winnen van humane embryonale stamcellen is echter omstreden en een ethisch probleem. In een Europees discussieplatform, georganiseerd door het Directoraat-generaal Onderzoek van de Europese Commissie, werd de status quo van de ontwikkelingen gepresenteerd en vervolgens becommentarieerd en bediscussieerd vanuit medisch-ethische, maatschappelijke, industriële en patiëntenbelangen. Het verwachtingspatroon ten aanzien van deze nieuwe medische technologie is hoog; klinische trials lijken echter pas verantwoord als men stamcellen in het laboratorium gecontroleerd tot differentiatie kan laten komen, en als bekend is hoe in vitro bewerkte stamcellen zich precies gedragen na implantatie. Het ethisch oordeel over het gebruik van in-vitro-preïmplantatie-embryo's blijft een twistpunt. De prevalente zienswijze is dat het belang van ernstig zieke patiënten zonder perspectief op een adequate behandeling uitgaat boven het belang van beschermwaardigheid van een humaan in-vitro-preïmplantatie-embryo, ongeacht of dit door IVF of door transplantatie van een somatische celkern van de patiënt in een ontkernde donoreicel (therapeutisch klonen) tot stand wordt gebracht.
Reacties