Samenvatting
Epidemie
Naar aanleiding van een melding van een ongewoon aantal gevallen van roodvonk in dezelfde basisschoolklas werd een onderzoek verricht naar het vóórkomen van klachten en de aanwezigheid van streptokokken. Met behulp van een telefonische vragenlijst werden ouders en huisartsen ondervraagd over het ziektebeeld van de schoolkinderen. Door middel van kweken van de keel werd meer inzicht in de verspreiding gekregen, waarna de verkregen streptokokkenstammen werden getypeerd.
Binnen een maand kregen 21 kinderen - in een klas van 29 kinderen met een gemiddelde leeftijd van 5 jaar - klachten die werden veroorzaakt door streptokokken (ziektepercentage: 72). Van de kinderen kregen 8 roodvonk, 5 impetigo en 8 faryngitis. Buiten deze klas kregen nog 6 kinderen klachten van roodvonk, faryngitis of impetigo. Bij 90 (26/29) van de kinderen in de klas werd een keelkweek afgenomen. Er werden 12 positieve kweken gevonden met dezelfde β-hemolytische streptokok van groep A met het gen van T4M4-exotoxine-C. Er werd geadviseerd de kinderen met streptokokken in de keel 3 dagen te behandelen met azitromycine. Na 2 weken werd alleen bij een kind dat geen azitromycine had genomen een positieve keelkweek gevonden. Er werden geen additionele ziektegevallen gemeld.
Epicrise
Het patroon van de epidemie paste goed bij een besmetting van persoon tot persoon; het vermoeden van onderlinge transmissie werd bevestigd met de bacterietypering. De in de Infectieziektenwet vastgelegde nieuwe meldingsplicht voor instellingen, waaronder basisscholen, was bij deze epidemie zeer zinvol. Dankzij de melding aan de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst werd actie ondernomen, werd duidelijk dat er een epidemie was en werden maatregelen genomen om verspreiding van de infectieziekte te beperken en mogelijke ziekte en complicaties te voorkomen.
Reacties