In 1968 kondigde de toenmalige staatssecretaris van Volksgezondheid, Kruisinga, in de Tweede Kamer een wettelijke transplantatieregeling aan. Op 18 mei 1990, 22 jaar en vele staatssecretarissen later, heeft de regering een concept-wetsvoorstel betreffende orgaandonatie openbaar gemaakt en voor advies aan de Nationale Raad voor de Volksgezondheid gezonden. De werkingssfeer van de wet betreft de donatie bij leven of na overlijden van bestanddelen van menselijke oorsprong, met uitzondering van bloed en geslachtscellen. Hoewel implantatie van het uitgenomen bestanddeel in een ontvanger het eerst veronderstelde doel is, sluit de wet andere doeleinden niet uit, zoals verwerking door de farmaceutische industrie. Het is daarom onjuist te spreken van een transplantatiewet. Volgens de memorie van toelichting beoogt de wet waarborgen te scheppen ter bescherming van de donor, een verhoging van het orgaanaanbod te bevorderen en een rechtvaardige verdeling van het transplantatiemateriaal te verzekeren.
In dit artikel gaat het om de voorgestelde toestemmingsregeling voor postmortale…
Reacties