Zie ook de artikelen op bl. 706, 721 en 725.
Dames en Heren,
Bij de beoordeling van de klachten van een patiënt zijn artsen, onervarenen zowel als ervarenen, vanaf het eerste contact uit op herkenning van het achterliggende ziektebeeld.1 Dit proces voltrekt zich grotendeels intuïtief, waarbij ervaring resulteert in een betere kwaliteit van de ontwikkelde hypothesen.1 Kennelijk gaat ook hier op, dat ‘wat men niet kent, dat ziet men niet’.
Ook in de kindergeneeskunde geldt dat de arts vanaf het begin van de anamnese de beschikbaar komende gegevens probeert onder te brengen in een bekend ziektebeeld. Dat dat niet altijd even gemakkelijk is, spreekt voor zich. In deze klinische les stellen wij u voor aan enkele patiënten bij wie de aard van de klachten de behandelende artsen op een dwaalspoor bracht. De aandoening speelde hier, letterlijk, verstoppertje.
Patiënt A is een meisje van 9 jaar dat door…
Reacties