Samenvatting
In de periode van 1 januari 1980 tot en met 31 december 1989 werd in het Academisch Ziekenhuis van de Vrije Universiteit te Amsterdam bij 2560 zwangere vrouwen een uitgebreid echoscopisch onderzoek verricht naar congenitale afwijkingen van de foetus. Bij 27 kinderen werd een foetaal buikwanddefect gediagnostiseerd. Omfalocele (n = 20) trad bij 85 op in samenhang met andere afwijkingen, vooral met chromosomale anomalieën (41) en cardiale (25) en urogenitale (25) misvormingen. Gastroschisis (n = 7) ging bij 57 gepaard met anomalieën van andere orgaansystemen. Chromosoomafwijkingen kwamen in de gastroschisisgroep niet voor.
– Intra-uteriene vruchtdood trad 10 maal op. Er werden 7 zwangerschappen afgebroken wegens een eveneens bestaande, niet met het leven verenigbare afwijking. Er overleed 1 kind 2 maanden post partum. Zes kinderen (4 met omfalocele, 2 met gastroschisis) werden met succes chirurgisch behandeld.
Als bij routinematig echoscopisch onderzoek een foetaal buikwanddefect wordt vermoed, is uitgebreid echoscopisch onderzoek gewenst ter vaststelling of uitsluiting van bijkomende afwijkingen. In geval van een omfalocele is antenataal chromosomenonderzoek geïndiceerd. Aangezien niet bewezen is dat een sectio caesarea de prognose verbetert, kan de bevalling vaginaal plaatsvinden. Bevalling in een perinatologisch centrum is dan te verkiezen.
Reacties