Inleiding
Recente aanwinsten op het gebied van de fertiliteitsdiagnostiek zijn de echoscopische follikelmeting en ovulatiedetectie. In 1972 werd de Graafse follikel voor het eerst door Kratochwil et al. met behulp van ultrageluid in beeld gebracht.1 Apparatuur met een hoger oplossend vermogen stelde Hackelöer c.s. vijf jaar later in staat de follikelgroei bij een patiënte nauwkeurig te vervolgen tot de ovulatie had plaatsgevonden.2 Daarmee was de basis gelegd voor een nieuwe vorm van ovulatiedetectie. In tegenstelling tot de progesteronafhankelijke methoden, zoals de basale temperatuurcurve en de endometriumbiopsie, verschaft echoscopie op directe wijze informatie over de cyclische veranderingen in de ovaria.
Wij zullen eerst ingaan op de echoscopische bevindingen in de normale menstruele cyclus, en vervolgens een aantal klinische toepassingen van de echoscopische follikelmeting bespreken.
De normale follikelgroei
In de vroeg-folliculaire fase van de menstruele cyclus zijn de ovaria echoscopisch te herkennen als ovale, relatief homogene structuren met daarin een…
Reacties