artikel
Een man ligt op straat in een plas bloed. Hij heft met uiterste krachtsinspanning zijn hoofd nog eenmaal op. Hij sterft helemaal alleen, van een afstand omringd door mensen die hem niet durven te helpen. Dit aangrijpende nieuwsbeeld karakteriseert de ebola-epidemie. Hulpverleners praten diep geëmotioneerd over deze tragedie, die elke week groteskere vormen aanneemt. Ook in de commentaren van Rinke van den Brink, redacteur gezondheidszorg NOS Nieuws (A8448), en Marc Bonten, arts-microbioloog (A8402), klinkt de emotie door. Zij winden zich op over de hypocriete en lakse houding van het Westen bij de aanpak van ebola. Beide auteurs wijzen op de maatschappelijke omstandigheden die in belangrijke mate de ernst van de epidemie bepalen: langdurige burgeroorlogen, een failliete overheid en wantrouwen ten aanzien van het Westen.
De oorzaken achter de oorzaken liggen echter voor een aanzienlijk deel in de omgang van het Westen met dit deel van Afrika. Na de afschaffing van de slavernij konden vrije slaven uit de Verenigde Staten en Engeland terugkeren naar respectievelijk Liberia en Sierra Leone. Met westerse steun bouwden zij een machtsstructuur op waarmee zij de lokale bevolking onderdrukten. Goedbedoelde hulpgelden ondermijnden de lokale economie. Multinationals maakten gebruik van het machtsvacuüm en ontpopten zich als neokoloniale heersers. Dit alles leidde tot grote maatschappelijke spanningen met wrede burgeroorlogen tot gevolg. Het wantrouwen jegens het Westen is dus begrijpelijk. De ironie wil dat eeuwenlang kortzichtig, onsamenhangend en irrationeel beleid in West-Afrika nu bijdraagt aan een epidemie die het Westen zo veel angst inboezemt dat er kortzichtige, onsamenhangende en irrationele maatregelen genomen worden. Een voorbeeld hiervan is het trainen van wel 200 mensen voor behandeling van de voorlopig virtuele slachtoffers in Nederland. Terugkerende hulpverleners zonder ziekteverschijnselen worden in de VS, tegen het advies van de Centers for Disease Control and Prevention in, behandeld als criminelen en 21 dagen opgesloten.
Een vergelijkbare situatie speelt rond een ander probleem waar we deze week aandacht aan besteden. Laagopgeleide Nederlanders sterven beduidend jonger dan hoogopgeleide Nederlanders (A8188). De oorzaak ligt in leefstijlfactoren, waarvan roken natuurlijk de grootste ‘killer’ is. De diepere oorzaak ligt echter opnieuw in kortzichtig, onsamenhangend en irrationeel overheidsbeleid. Op de vrije markt van vet en tabak mag niet betutteld worden, terwijl bewezen ineffectieve en betuttelende leefstijlinterventies worden uitgerold op individueel niveau en wijkniveau. Uiteindelijk kan de burger dan in de ziekenhuizen een maagband of een chemokuur halen. Ondertussen staat de meest logische beïnvloedbare factor, namelijk opleidingsniveau, al decennia onder druk door een lange serie bezuinigingen en stelselwijzigingen in het onderwijs.
Wat we nodig hebben zijn politici die voorbij de waan van de dag kunnen kijken, die op basis van rationele overwegingen durven te doen wat noodzakelijk is en die de rest gewoon achterwege laten.
Reacties