Inleiding
Onder ontwikkelingsdyslexie, in het spraakgebruik afgekort tot dyslexie, wordt verstaan een leesachterstand van ten minste twee schooljaren bij kinderen met een normale intelligentie en bij wie geen sprake is van psychosociaal belastende factoren. Deze aandoening komt voor bij ongeveer 4 van alle jongens en 1 van alle meisjes. De term ‘woordblindheid’ is onjuist, daar eenvoudige woorden vaak heel goed gelezen kunnen worden. In tegenstelling tot 10 jaar geleden, toen deze kinderen vaak domheid, onoplettendheid en slordigheid werden verweten, is er nu veel aandacht voor deze leerstoornis die, mits goed aangepakt, het kind niet al te zeer hoeft te remmen in zijn ontplooiingsmogelijkheden.
Direct gekoppeld aan deze aandoening zijn spellingsproblemen en opvallend is het meestal slordige handschrift van dyslectici. Daarnaast heeft de helft van deze kinderen een gekruiste oog-handcoördinatie, geringe stoornissen in de fijne motoriek en andere onvolkomenheden bij psychologisch onderzoek. Het hoofdkenmerk van de aandoening is het onvermogen vlot…
Reacties