Dwalingen in de methodologie. XXXII. Foute testuitslagen

Klinische praktijk
T. van der Weijden
M. van den Akker
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2001;145:906-8
Abstract

Samenvatting

- Door een toename van diagnostische mogelijkheden neemt het aantal testaanvragen en daarmee ook het aantal foute testuitslagen toe.

- De fout-negatieve proportie van een test is de proportie negatieve testuitslagen onder de zieken.

- De fout-positieve proportie is de proportie positieve testuitslagen onder de niet-zieken.

- De fout-positieve proportie wordt vaak verkeerd berekend (bijvoorbeeld als 1 minus de positief voorspellende waarde in plaats van 1 minus de specificiteit), hetgeen kan leiden tot onjuiste beslissingen ten aanzien van de toepassing van de test.

- De arts staat voor de uitdaging om diagnostische tests zo toe te passen dat de kans op foute uitslagen minimaal is. Daarbij moet de patiënt zich realiseren dat een perfect onderscheidende test nauwelijks voorkomt in de medische praktijk, en de betekenis van een fout-positieve en een fout-negatieve uitslag zal zo nodig uitgelegd moeten worden.

Auteursinformatie

Universiteit Maastricht, capaciteitsgroep Huisartsgeneeskunde, Postbus 616, 6200 MD Maastricht.

Mw.dr.T.van der Weijden, arts-epidemioloog Werkgroep Onderzoek Kwaliteit (WOK); mw.dr.M.van den Akker, epidemioloog.

Contact mw.dr.T.van der Weijden

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties