Samenvatting
Doel
Inventariseren van de resultaten van dubbelblinde placebogecontroleerde voedselprovocaties met koemelk in een algemeen ziekenhuis.
Opzet
Retrospectief statusonderzoek met prospectief protocol.
Methode
Voedselprovocatie was in de periode 1 december 2003-31 maart 2005 uitgevoerd in 2 maal een dagopname met een week tussenpoos. Van de kinderen werden presenterende klachten, verschijnselen tijdens de voedselprovocatie en na eventuele herintroductie van koemelk geregistreerd.
Resultaten
Voedselprovocatie was uitgevoerd bij 43 kinderen, namelijk 23 jongens en 20 meisjes, met een mediane leeftijd van 14 maanden. Bij 2 was de provocatie niet volledig uitgevoerd. Er traden geen anafylactische reacties op. Bij alle 41 kinderen was vóór verwijzing naar de kinderarts de diagnose ‘koemelkallergie’ gesteld op grond van klachten en open eliminatie en provocatie. Bij 28 kinderen (68) was de uitslag van de dubbelblinde voedselprovocatie negatief en werd de eerder gestelde diagnose ‘koemelkallergie’ verworpen. Bij 10 kinderen was een reactie gezien op placebovoeding (24) die in 80 van de gevallen identiek was aan de klachten bij presentatie. Na herintroductie van koemelk trad bij 2 kinderen een toename van de oorspronkelijke klachten op (mogelijk late reactie).
Conclusies
Voedselprovocaties waren goed en veilig in een algemeen ziekenhuis uitgevoerd. Bij twee derde van de patiënten was de eerder gestelde diagnose ‘koemelkallergie’ na de voedselprovocatie verworpen. Veel reacties die werden toegeschreven aan koemelkallergie bleken daar niet op te berusten.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:1292-7
Reacties