Samenvatting
Op onze polikliniek in Heerlen kwam een 43-jarige vrouw, gravida 3, para 2, die 9 weken zwanger was en die meldde draagmoeder te zijn voor een 33-jarig paar. Omdat zij niet door de Nederlandse selectieprocedure voor hoogtechnologisch draagmoederschap van het VU Medisch Centrum in Amsterdam was gekomen, waren zij en de wensouders voor de ivf-procedure uitgeweken naar België. We bespraken eventuele problemen en complicaties die zich tijdens zwangerschap en baring zouden kunnen voordoen. Na een ongecompliceerde zwangerschap en partus konden de wensouders hun gezonde zoon mee naar huis nemen. In Nederland is hoogtechnologisch draagmoederschap sinds 1997 toegestaan onder strikte, niet-commerciële voorwaarden. Bij afwijzing blijken paren met onvervulde kinderwens echter soms voor een uitweg in het buitenland te kiezen. Om deze weg te ontmoedigen zou uniformering van de wetgeving binnen Europa wenselijk zijn. Indien de situatie zich toch voordoet, is het van belang, dat betrokken artsen weten hoe om te gaan met de vaak onbekende medische, ethische, juridische, emotionele en psychosociale aspecten die bij hoogtechnologisch draagmoederschap een rol spelen.
Reacties