artikel
Op 23 maart 2013 overleed in Amsterdam op 78-jarige leeftijd dr. J.N. Keeman.
Keeman behoorde tot de generatie chirurgen die letterlijk dag en nacht waakte over hun patiënten, zeker na ingrepen die (toen) nog niet tot de routine van vandaag behoorden. Niet voor niets noemde hij de afgelopen 40 jaar het Sint Lucas Ziekenhuis zijn 2e huiskamer.
Keeman, opgeleid door professor Van Enst, kwam in 1972 naar ons ziekenhuis. Hij volgde Brummelkamp op die kort daarvoor hoogleraar was geworden in het Binnengasthuis. Aanvankelijk met collega Greep, die spoedig daarna hoogleraar werd in Maastricht, heeft hij de Heelkunde in het Sint Lucas Ziekenhuis geleid en vormgegeven. Keeman was een leider met empathie, een vaderfiguur die altijd het initiatief nam om moeilijke situaties achteraf te bespreken en mensen moed in te spreken, vaak met een ferme klap op de schouder tot besluit. Hans combineerde zijn vanzelfsprekende en natuurlijke autoriteit met een tomeloze energie en een onberispelijk voorkomen. Zijn opleidingsassistenten smeedde hij tot hechte hardwerkende teams die hem op handen droegen.
Zijn invloed in het ziekenhuis en in het land was groot. Hij was stafvoorzitter eind jaren 70, intensief betrokken bij de scheiding in 1982 van het Sint Lucas Ziekenhuis en het OLVG. Landelijk bekleedde hij vele bestuursfuncties, waaronder voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde, redacteur bij het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, lid van het Historisch Genootschap Heelkunde en lid van het Regionaal Medisch Tuchtcollege. Uiteraard waren er andere uitdagingen maar hij bleef het ziekenhuis trouw, waar hij het juiste evenwicht had gevonden tussen zijn werk als chirurg en opleider en zijn privéleven met zijn gezin in Amsterdam.
Na zijn pensionering in 1999 concentreerde hij zich nog ruim 10 jaar op zijn tweede natuur, het onderwijs en de wetenschap, vanuit de Onderwijsunie van het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis. Enkele jaren geleden werd de jaarlijkse wetenschapsprijs naar hem vernoemd: de dr. Keeman Wetenschapsprijs van het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis.
Groot was zijn historisch besef en hij had een bijzondere belangstelling voor het begin van de moderne geneeskunde uit de 17e en 18e eeuw, waarin juist Hollanders een grote rol speelden. In zijn geliefde NTvG schreef hij bevlogen over bijvoorbeeld het chirurgijnsinterieur, het doktersbezoek of Breughels kreupelen. Met regelmaat stoof hij op de fiets dwars door Amsterdam naar de redactie om allerlei nieuwe ideeën te spuien. Zijn laatste artikel over de kwakzalver op de kermis verscheen in nummer 2 van dit jaar (A5305). Hij was toen al ernstig ziek.
Dat was Hans Keeman ten voeten uit: overdracht van het vak in woorden maar vooral in beelden. Honderden artsen, co-assistenten en verpleegkundigen heeft hij geïnspireerd met zijn praatjes aan de hand van zijn uitgebreide verzameling klinische dia’s met chirurgische ziektebeelden. Zijn op deze lessen gebaseerde boeken Kleine chirurgische ingrepen en Casuïstische heelkunde in beeld werden door generaties artsen en co-assistenten in de witte jas meegedragen. Een recente tweet vatte het als volgt samen: ‘Hans Keeman is dood. Hij verzorgde jarenlang het beste co-schap Chirurgie dat je maar kon lopen. Een prachtige mix van leren en doen.’
De herinneringen aan Hans Keeman, gekenmerkt door zijn onbaatzuchtigheid, de gewetensvolle, integere en authentieke professionaliteit, zijn empathie, betrokkenheid, zorgzaamheid en trouw, zullen de door hem opgeleide artsen helpen de juiste beslissingen te nemen voor hun patiënten.
Reacties