Een van de aandoenlijkste verhalen rond het lezen van aandoenlijke verhalen is dat mensen daar zachter van zouden worden. Er bestaat een heel bijzondere versie van dit misverstand in wat men noemt de ‘medical humanities’, die erop neerkomt dat het lezen van fictie zou moeten resulteren in zachtere dokters, die aardiger zijn voor hun patiënten.
Als dit het geval zou zijn, dat het lezen en bestuderen van literaire fictie empathischer maakt, dan moet de letterenfaculteit een weldadig oord zijn vol warme menselijkheid. Nog even doordenkend in deze richting kom je tot de slotsom dat hardvochtigheid in Delft dan natuurlijk hoogtij viert. Dat lijkt mij onzin. Een neerlandicus kan een naarling zijn, een biochemicus een schat, het één volgt niet uit sonnetten, het ander niet uit enzymen.
Maar is het dan niet belangrijk of een arts aardig is of niet? Dat is, wat mij betreft, zelfs van het allergrootste belang, maar…
Reacties