In 1889 stichtte professor Franciscus Cornelis Donders het ‘Dondersfonds’ met een kapitaal dat hem bij zijn afscheid als hoogleraar ter hand was gesteld. Donders bepaalde dat de gelden ‘dienstbaar zouden worden aan de ontwikkeling van verschillende takken der Biologische wetenschap in Nederland’.
In 1961 werden de statuten enigszins gewijzigd en werd bepaald dat het doel van de ‘Stichting Dondersfonds’ is om ‘mede te werken tot de vorming van fysiologen en ophthalmologen’. In de eerste plaats (maar niet uitsluitend) werd gedacht aan het geven van ‘gelegenheid tot beoefening van de fysiologie of de ophthalmologie aan de beste buitenlandse scholen’. In dit…
Artikelinformatie
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1989;133:417
Reacties