Franciscus Cornelis Donders (1818-1889) was een geleerde van Europese allure. Hij groeide op in Tilburg, als jongste na 8 zusters.1 Zijn vader, koopman, overleed kort na zijn geboorte. De moeder had het plan om hem in Luik de priesteropleiding te laten volgen, maar de toenmalige oorlog met België voorkwam dit. Na een matige vooropleiding aan de Franse school in Tilburg en de Latijnse school in Boxmeer, werd hij op zijn 17e levensjaar kwekeling aan de school voor militair geneeskundigen te Utrecht.2 Hij schreef een dissertatie over 2 casussen van meningitis, was korte tijd officier van gezondheid in Vlissingen en Den Haag en werd in 1842 benoemd tot docent anatomie, histologie en fysiologie aan de militair-geneeskundige school.
Drie jaar later begon hij met zijn onderzoekingen naar de ogen. Zo publiceerde hij over de oogbewegingen en aandoeningen van het glasvocht, deed dierexperimenteel onderzoek naar de regeneratie van de cornea en…
Reacties