Doelmatigheid van watercontrastechografie ter beoordeling van het cavum uteri

- Diagnostic hysteroscopy is the standard investigation performed in the case of abnormal vaginal blood loss. More recently there has been increasing interest for minimal invasive saline contrast hysterosonography (SCHS) as this technique is less painful and less expensive.

- SCHS is indicated in case of abnormal uterine bleeding (premenopausal and postmenopausal), bleeding while using tamoxifen, suspicion of a congenital uterine abnormality and Asherman's syndrome.

- As well as intracavity abnormalities (polyps and myomas) SCHS can also be used to evaluate the intramural extension of myomas, which is necessary to assess whether hysteroscopic resection is possible.

- The sensitivity and specificity of SCHS for demonstrating intracavity abnormalities (with a prevalence of 54) are 94 (95-CI; 91-97) and 89 (95-CI: 85-94) respectively. The positive and negative predictive values are 91 (95-CI: 87-95) and 92 (95-CI: 89-97) respectively.

- SCHS has a short learning curve and can be performed in an outpatient setting. SCHS fails more frequently in postmenopausal women than premenopausal women (12.5 vs. 4.7; p = 0.03). The chance of a non-conclusive SCHS is 7.6 and is higher if the uterine volume is greater than 600 cm³ (relative risk: 2.63; 95-CI: 1.05-6.60) and if two or more myomas are present: (RR 2.65; 95-CI: 1.16-6.10).

- SCHS is 2 to 9 times cheaper than diagnostic hysteroscopy. It can replace 84 of the diagnostic hysteroscopies.

- SCHS, in combination with endometrial sampling, whenever indicated, might be able to replace diagnostic hysteroscopy as gold standard in the evaluation of the uterine cavity.

Samenvatting

- Het standaardonderzoek bij abnormaal vaginaal bloedverlies is diagnostische hysteroscopie. De laatste tijd staat watercontrastechografie toenemend in de belangstelling, omdat deze minder pijnlijk is en goedkoper.

- Indicaties voor watercontrastechografie zijn abnormaal uterien bloedverlies, zowel pre- als postmenopauzaal, bloedverlies tijdens tamoxifengebruik, aanwijzingen voor een uterusanomalie en voor het syndroom van Asherman.

- Naast intracavitaire afwijkingen (poliepen en myomen) kan met watercontrastechografie ook de intramurale uitbreiding van myomen worden geëvalueerd, hetgeen noodzakelijk is om te beoordelen of hysteroscopische resectie mogelijk is.

- De sensitiviteit en specificiteit van het onderzoek voor het aantonen van intracavitaire afwijkingen (bij een prevalentie van 54) zijn respectievelijk 94 (95-BI: 91-97) en 89 (85-94) en de positief en de negatief voorspellende waarde zijn 91 (87-95) en 92 (89-97).

- Watercontrastechografie is eenvoudig en kan poliklinisch worden uitgevoerd. Het onderzoek mislukt vaker bij postmenopauzale vrouwen dan bij premenopauzale vrouwen (12,5 versus 4,7; p = 0,03). De kans op een niet-conclusieve watercontrastecho is 7,6 en is vergroot als de uterus groter is dan 600 cm³ (relatief risico (RR): 2,63; 95-BI: 1,05-6,60) en als er 2 of meer myomen zijn (RR: 2,65; 1,16-6,10).

- Watercontrastechografie is 2 tot 9 maal goedkoper dan diagnostische hysteroscopie. Het kan 84 van de diagnostische hysteroscopieën vervangen.

- Wellicht wordt watercontrastechografie op indicatie, gecombineerd met een aspiratiebiopsie van het endometrium, de gouden standaard in de diagnostiek van het cavum uteri.