Zie ook het artikel op bl. 1865.
De stoornis die in het artikel van Van der Hart en Nijenhuis in deze tijdschriftaflevering beschreven wordt als ‘multipele persoonlijkheidsstoornis’ (MPS) zal, volgens het voorstel van de werkgroep die voor Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM)-IV het hoofdstuk over dissociatieve stoornissen heeft geschreven, in de toekomst bij voorkeur als ‘dissociative identity disorder’ (DIS) aangeduid worden. Mogelijk roept deze wat zakelijker klinkende naam minder weerstanden op. Al rond de eeuwwisseling, ten tijde van de eerste ‘hausse’ van de MPS, ontstonden uitgesproken controversen over de geldigheid van deze diagnose.1 Het is geen toeval dat de twee kampen van ‘gelovigen’ en ‘sceptici’ ook gevonden worden bij de discussie over het fenomeen ‘hypnose’. De belangstelling voor hypnose en voor dissociatieve stoornissen loopt trouwens parallel in de tijd en beide fenomenen worden geacht in belangrijke mate op hetzelfde psychologische proces van dissociatie te berusten.
Voor…
Reacties