Samenvatting
Doel
Bepalen van de betrouwbaarheid van de Nederlandse perinatale doodsoorzakenregistratie door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Opzet
Prospectief, descriptief.
Plaats
Regio Delft-Westland-Oostland.
Materiaal en methoden
Voor de registratie werd uitgegaan van gegevens van alle bevallingen van vrouwen woonachtig binnen de regio, ongeacht de uiteindelijke plaats van bevalling, gedurende 1983-1992. Door achteraf een prospectief regionaal registratiesysteem voor perinatale sterfte binnen de regio anoniem te koppelen aan de registratie van het CBS, werd de betrouwbaarheid van deze laatste registratie bepaald ten aanzien van de doodsoorzaken. Voor het vaststellen van de doodsoorzaken werden alle beschikbare gegevens beoordeeld door een team dat bestond uit een gynaecoloog, een kinderarts en een kinderpatholoog. Diagnose-indeling vond plaats met behulp van de ‘International classification of diseases 9’ (ICD)-9.
Resultaten
Gedurende 10 jaar werden in de regio 28.983 kinderen geboren. Het CBS registreerde over deze periode 227 gevallen van perinatale sterfte. De werkelijke perinatale sterfte werd berekend op tenminste 247 gevallen. Bij de doodgeboorte bleek bij 32 de doodsoorzaak bij het CBS onbekend. Van de 82 gevallen waarin het CBS een diagnose had geregistreerd kwam de doodsoorzaak voor 46 overeen met die in het regioonderzoek. Bij de eersteweeksterfte bleek in 1 geval bij het CBS de diagnose onbekend en van de resterende 76 gevallen kwam de registratie van de doodsoorzaak in 68 van de gevallen overeen.
Conclusies
De doodsoorzakenregistratie betreffende perinatale sterfte en met name doodgeboorte via het CBS kende lacunes, voornamelijk door een onjuist aanleveren van de doodsoorzaak door de behandelende of schouwende arts, omdat op het moment van de aangifte de pathologisch-anatomische diagnose en (of) laboratoriumgegevens nog niet alle bekend waren. Voor het bestuderen van de achtergronden van perinatale sterfte lijkt de huidige CBS-doodsoorzakenregistratie niet geschikt.
Reacties