Samenvatting
- Diepe veneuze trombose (DVT) van de arm hangt vaak (in 30-52 van de gevallen) samen met het gebruik van een centraalveneuze katheter, maar kan ook optreden bij gezonde individuen na inspanning.
- In het verleden is DVT van de arm beschouwd als relatief goedaardig en werd de aandoening vaak conservatief behandeld, soms zelfs zonder antistollingstherapie. Inmiddels is aangetoond dat complicaties vaak optreden bij DVT van de arm: longembolie (8-36), recidieftrombose na stoppen met antistollingstherapie (2-15) en posttrombotisch syndroom (tot 50).
- Daarom dient bij een klinisch vermoeden van DVT van de arm adequate diagnostiek te worden verricht, bestaande uit compressie-echografie en bij een niet-afwijkende uitslag daarvan ook flebografie, direct gevolgd door een antistollingsbehandeling, bij voorkeur met laagmoleculaire heparine en vervolgens acenocoumarol of fenprocoumon.
Reacties