Samenvatting
- Hartfalen met een overwegend diastolische functiestoornis komt vooral voor bij ouderen. Op het 70e levensjaar heeft ongeveer de helft van de hartfalenpatiënten diastolisch hartfalen.
- Hypertensie en overgewicht zijn veelvoorkomende onderliggende aandoeningen bij diastolisch hartfalen.
- De mortaliteit van diastolisch hartfalen is gelijk of hooguit slechts in geringe mate lager dan die van hartfalen door systolische disfunctie.
- Met echocardiografie kan diastolisch hartfalen worden onderscheiden van systolisch hartfalen: patiënten met hartfalen en een normale ejectiefractie hebben vrijwel zeker een overwegend diastolische functiestoornis.
- Er bestaan weinig gegevens over de optimale medicamenteuze behandelstrategie voor patiënten met diastolisch hartfalen. Angiotensine-converterendenzym(ACE)-remmers, β-blok-kers en (non-dihydropyridine)calciumantagonisten lijken gunstig. Digoxine is mogelijk gecontraïndiceerd.
Reacties