Samenvatting
Doel
Het kwantificeren van de verschillende stadia van de diagnostische ‘delay’ bij patiënten met een longembolie en het identificeren van patiëntkenmerken die deze delay beïnvloeden.
Opzet
Patiëntenserie.
Methode
Uit de statussen van alle patiënten die in de periode 1 januari 2008-31 december 2009 in Isala (Zwolle) de diagnose ‘longembolie’ hadden gekregen, verzamelden we gegevens over het beloop van de diagnostiek: wanneer de symptomen waren begonnen, wanneer de huisarts was geconsulteerd, wanneer de patiënt was ingestuurd en wanneer de diagnose was gesteld. Via multivariate logistische regressieanalyse onderzochten we de associatie tussen diagnostische delay en andere patiëntkenmerken zoals geslacht, leeftijd, risicofactoren, symptomen en comorbiditeit.
Resultaten
Bij de 261 geanalyseerde patiënten was de diagnostische delay gemiddeld 8,6 dagen, grotendeels door ‘patient’s delay’ (4,2 dagen) en ‘doctor’s delay’ bij de huisarts (3,9 dagen). Pijn op de borst en een pijnlijke kuit waren geassocieerd met een snellere diagnose. De patiënt’s delay was korter bij thoracale pijn en langer bij dyspneu; de doctor’s delay bij de huisarts was korter bij thoracale pijn en crepitaties, en langer in de aanwezigheid van comorbiditeit. De doctor’s delay in het ziekenhuis was korter bij dyspneu.
Conclusie
De diagnostische delay bij patiënten met een longembolie is aanzienlijk, vooral bij de patiënt en de huisarts. Verder onderzoek is nodig naar patiëntkenmerken die huisartsen op het spoor zetten van een eventuele longembolie, zodat betere diagnostische modellen kunnen worden ontwikkeld.
Reacties