Diagnostiek van een mogelijk maligne halslymfeklier

Onderzoek
R.S.G. Holdrinet
M.J.J.T. Bogman
D.J.Th. Wagener
B.E. de Pauw
J.W.W. Coebergh
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1989;133:1538-41
Abstract

Samenvatting

Naar aanleiding van de ziektegeschiedenissen van 4 patiënten met een mogelijk maligne halslymfeklier bij wie belangrijke vertragingen ontstonden in diagnostiek en behandeling, wordt het recente advies van een werkgroep van het Centraal Begeleidingsorgaan voor de Intercollegiale toetsing ten aanzien van deze problematiek kritisch beschouwd.

Ten dele blijkt het ontstane tijdverlies te kunnen worden verklaard door een niet geheel juist inzicht in plaats en betekenis van een lymfeklierpunctie bij patiënten met een vermoedelijk maligne halslymfeklier. Wij stellen een gewijzigde diagnostische strategie bij deze patiënten voor, waarbij rekening wordt gehouden met de leeftijd van de patiënt en de lokalisatie van de aangedane lymfeklier.

Auteursinformatie

Sint Radboudziekenhuis, Kliniek voor Inwendige Ziekten, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Afd. Hematologie: dr.R.S.G.Holdrinet en dr.B.E.de Pauw, internisten-hematologen.

Afd. Pathologische Anatomie: mw.dr.M.J.J.T.Bogman, patholoog-anatoom.

Afd. Medische Oncologie: prof.dr.D.J.Th.Wagener, internist-oncoloog.

Erasmus Universiteit, Instituut Epidemiologie, Rotterdam.

J.W.W.Coebergh, arts-epidemioloog.

Contact dr.R.S.G.Holdrinet

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties