Casus
Een 67-jarige vrouw presenteerde zich met anorexie, recidiverend braken en 10 kg gewichtsverlies. Bij gastroscopie bleken de maagplooien niet te verstrijken ondanks maximale insufflatie met lucht (figuur). Endoscopisch genomen biopten lieten geen specifieke afwijkingen zien. Deze verschijnselen wezen op een linitis plastica (houtmaag). Dit is een maligne ontaarding van het maagepitheel, waarbij merkwaardig genoeg multipele slijmvliesbiopten frequent fout-negatief kunnen zijn; dit komt doordat het carcinoom slechts focaal aan het oppervlakte-epitheel reikt, terwijl de diepere lagen reeds zeer uitgebreid geïnfiltreerd kunnen zijn (zie de figuur). Bij endosonografie waren alle lagen van de maagwand diffuus en circulair verdikt…
(Geen onderwerp)
Nijmegen, augustus 2001,
De bijdrage van Van Lanschot et al. aan de artikelenreeks ‘Diagnose in beeld’ illustreert fraai een diffuus groeiend zegelringcelcarcinoom van de maag (2001:1459). Helaas wordt voor de diagnose de term ‘linitis plastica’ gebruikt. ‘Linitis plastica’ wil zeggen dat er verdikking van de wand van een hol orgaan is met toegenomen stugheid. In de praktijk wordt deze term het meest gebruikt voor de maag en de meest frequente oorzaak is inderdaad een zegelringcelcarcinoom. Andere oorzaken zijn echter niet zeldzaam: metastase van lobulair carcinoom van de mamma, zegelringcelcarcinoom van de dikke darm of galblaas, maligne lymfoom. Het gebruik van de term ‘linitis plastica’ is derhalve in dit geval niet onjuist, maar wel te beperkt: er is meer diagnostische informatie. Dit is niet alleen een semantische opmerking. Ik ken twee gevallen waarin het gebruik van de term ‘linitis plastica’ op basis van radiodiagnostisch onderzoek heeft geleid tot de onterechte interpretatie dat er een zegelringcelcarcinoom van de maag was. In het ene geval bleef een maligne lymfoom onbehandeld, in het andere werd een mammacarcinoom pas veel later ontdekt. In ziekenhuizen gaat regelmatig iets mis, vaak is miscommunicatie een belangrijke oorzaak. Precies gebruik van terminologie en begrip van wat een term bij een ander kan oproepen zijn erg belangrijk. De complete diagnose zou mijns inziens moeten zijn: ‘linitis plastica van de maag op basis van een zegelringcelcarcinoom’.
(Geen onderwerp)
Amsterdam, augustus 2001,
Uit de reactie van collega Van Krieken wordt duidelijk hoe begripsverwarring kan ontstaan wanneer klinische termen worden gehanteerd waarvan de betekenis niet scherp is gedefinieerd en/of waarvan de betekenis in de loop der tijd verandert. Voorzover wij kunnen nagaan, werd de term ‘linitis plastica’ in 1864 door de Britse geneeskundige Brinton geïntroduceerd ter aanduiding van een aandoening van de serosale bekleding van de buikorganen, waardoor de wand vast en verdikt wordt (een ziektebeeld dat heden ten dage wellicht aangeduid wordt met de term ‘scleroserende peritonitis’).1 In de daaropvolgende jaren werd de toepassing geleidelijk aan beperkt tot de maag waarvan de wand door transmurale infiltratie stug is geworden. Reeds in 1926 werden ‘scirrhus ventriculi’, ‘linitis plastica’ en ‘Feldflaschenmagen’ als synoniem beschouwd.2 Wanneer de wand van bijvoorbeeld het rectum door diffuse maligne infiltratie stug is geworden, zijn wij daarom inmiddels gewoon te spreken van een ‘linitis-plastica-achtig beeld van het rectum’.
Terecht of ten onrechte zijn wij althans gewend de term ‘linitis plastica’ te reserveren voor de maag die door diffuse maligne infiltratie zijn elasticiteit verloren heeft. Meestal wordt dit veroorzaakt door een zegelringcelcarcinoom, maar terecht merkt Van Krieken op dat in uitzonderlijke gevallen ook andere vormen van maligniteit (metastase van een mammacarcinoom, maligne lymfoom) in het spel kunnen zijn.
Pinkhof H. Geneeskundig Woordenboek. Haarlem: De Erven F.Bohn; 1963. p. 300.
Henke F, Lubarsch O. Handbuch der speziellen pathologischen Anatomie und Histologie. Vierter Band: Verdauungsschlauch. Erster Teil: Rachen und Tonsillen, Speiseröhre Magen und Darm, Bauchfell. Berlijn: Springer; 1926. p. 890.